Pancratius vet 35+ – VVC vet 35+   1-3

 

En opeens is ie er weer, de inspiratie. Om weer eens een verslag te schrijven, dat ook, maar vooral op het veld. Voorafgaand aan de wedstrijd tegen koploper VVC stonden de sterren niet gunstig. Meer dan een half elftal, dat is in ons geval tien man, stonden met meer en minder vage klachten aan de kant. Kees had vrijdagavond een noodoproep gedaan via de Whatsapp-groep en iedereen was er druk mee om buren, vrienden, collega's en vage kennissen bereid te vinden het elftal aan te vullen. Ter elfder ure was de min of meer voetbalongeschikt verklaarde Ardje (net weer een jaartje erbij op de teller) fit genoeg bevonden om stand-by te staan om in de tweede helft nog even in te vallen. Voor de eerste helft had Coentje de ruime zestiger Jaap van der Voort bereid gevonden de Almeerse eer hoog te houden. We kennen Japie natuurlijk al wat langer en met veel branie, praatjes en toch ook wel met voetbalintelligentie, rust aan de bal en een behoorlijke portie techniek (zo, heb ik Jaap meteen voor een paar weken tevreden gesteld) tilde hij het niveau in de eerste helft naar een voor ons doen acceptabel niveau. VVC werd uitstekend partij gegeven. Edje gaf al na een paar minuten zijn bekende visitekaart af toen hij een volledig beduusde Venneper met zijn fraaie achterwerk een flinke zwieper gaf. Maar ook zonder fysiek geweld stond Ed zijn mannetje, want het was deze middag echt smullen van de perfecte timing waarmee hij de af en toe gevaarlijk overstekende middenvelders van VVC resoluut de bal afsnoepte. Ed is natuurlijk de bescheidenheid zelve (zeker binnen de lijnen), maar ik zeg dat we nog veel plezier kunnen beleven aan Ed. Als de Vennepers af en toe toch een gaatje vonden vonden zij Paul op hun weg die in de eerste helft tweemaal met een knappe reflex een spits van scoren hield. Toen ook Paul was geklopt met een hard diagonaal schot, stond Bart op de goede plek (wat geen toeval is, maar een kwaliteit, zou JC zeggen) om de bal resoluut van de doellijn te ranselen met zijn mindere linker been. Een staaltje dat hij in de tweede helft nog eens herhaalde en weer met links. En tussendoor trok Bart mee naar voren om gevaarlijke voorzetten te geven en corners te forceren. Jan Smit, de kersverse opa die met een (hopelijk) lichte blessure aan de kant zat, en ik zaten in het stralende zonnetje dit alles met stijgende verbazing te aanschouwen. En met bewondering ook, want – zo eerlijk moeten we zijn – het was de eerste vijf wedstrijden van het seizoen nog niet veel geweest. Pieter die in potentie de man is die met zijn inzicht en balvastheid de langdurig geblesseerde Alfred moet vervangen, speelde op enkele typische Pietermomenten na (ja, Pietje, denk daar maar even over na) zeer geconcentreerd en vormde een lekker balvaste tandem met Jaap. Vaste invaller Remco en gelegenheidsinvaller Koen Onkenhout waren bijzonder gretig en waren veel aanspeelbaar waardoor we ook voorin mogelijkheden kregen. De eerlijkheid gebiedt dat het wel bleef bij mogelijkheden, want echte uitgespeelde kansen cre‘erden we niet. Het bleef bij enkele harde schoten die precisie misten en bij een typische Remco Schaeferlob waarmee hij vorige week in de bekerwedstrijd tegen AGB (3-5 verlies) nog doel trof, maar die deze keer net in schoonheid stierf.

Een probleem waar wij dit seizoen mee te kampen hebben is dat we lijken te schrikken als het wel aardig loopt. Verbaasd krabben we ons achter de oren over het goede spel en stiekem wachten we op het moment dat het uiteindelijk toch wel weer mis zal gaan. Dat overkwam ons ook tegen Badhoevedorp enkele weken geleden, toen we met heel behoorlijk voetbal en twee goede goals van Pieter het rustsignaal haalden met 2-2 en kort na rust ook weer de 3-3- scoorden uit een penalty van Jan. En een penalty gaat er – net als bij PSV – zeker niet vanzelfsprekend in weten wij na gemiste penalty's van Aad en Ron tegen respectievelijk AMVJ (2-2) en AFC (4-0 verlies). Uiteindelijk ging ook die pot tegen Badhoevedorp verloren met 3-5.

Deze week liep VVC na een brilstand bij de thee, na rust in korte tijd uit naar 0-3. Natuurlijk, VVC was wel de betere ploeg, maar zeker de eerste twee doelpunten waren volledig onnodig. Gelukkig gingen de koppies niet omlaag en kwamen we na 20 minuten weer wat beter in ons spel. Thieu die in de rust de moegestreden Jaap (u weet wel, die speler die ik aan het begin van het verslag zo zat op te hemelen) was komen vervangen, rommelde na 38 minuten zelfs de dikverdiende eretreffer in het doel. En – zo wil het eeuwenoude voetbalclichŽ – dan kan er met nog zeven minuten op de klok  ineens nog van alles gebeuren. Dat was ook bijna het geval in de eerste aanval na het doelpunt. Opnieuw Thieu rommelde zich door de defensie van VVC en vond – toen hij helemaal vrij voor de keeper leek te komen – helaas Remco op zijn weg, want anders was het zomaar 2-3 geworden. Remco was kort daarvoor met het hoofd en met de voet al heel dicht bij een treffer geweest na goede voorzetten van links. Wat ik maar wil zeggen: Met een beetje meer geluk en met iets meer geloof in eigen kunnen, hadden we er misschien  wel een gelijkspelletje uit kunnen slepen.

Na de wedstrijd had Jaap (u weet wel die speler die ik aan het begin van het verslag...) nog voldoende energie over om te vertellen hoe we het moeten aanpakken de rest van het seizoen. 'Spelen op kunstgras is zaalvoetbal', zo doceerde de caravanopslagboer uit denieuwste stad van Nederland. 'Ik wil jullie wel gaan trainen', zo vertrouwde hij mij toe. 'Vijf tegen vijf, balletje in 1x doorspelen of maximaal aannemen en spelen. En lange ballen zijn verboden, want daar hebben jullie niet genoeg snelheid voor in de voorhoede. Gewoon voetballend naar voren. Vrij lopen zonder bal kost niet veel kracht en aan de bal verspil je geen energie, omdat het verboden is met de bal te lopen.' Ja, ja, net als met wijlen Johan, er is geen speld tussen te krijgen en wier toch denkt van wel, die mag van mij volgende keer naast Jaap gaan zitten aan de stamtafel tijdens de derde helft. Ik denk dat er wel wat inzit, in die adviezen van hem. De grote vraag is of wij op onze leeftijd nog bereid zijn te geloven dat we nog wat kunnen leren. Al dan niet op aanwijzing van Jaap aan wie een toptrainer verloren is gegaan. Jaap van der Voort mensen, die – en dat weet ik dan weer – in de jaren '80 toen hij op het hoogtepunt van zijn voetbalcarrire zat – exact vijf ballen in tien jaar heeft afgegeven aan andere spelers. Jaap pingelde niet alleen tot hij er dood bij neerviel, hij schoot ook nooit op doel, hij slalomde net zo lang langs zijn tegenstanders – desnoods twee keer in ŽŽn actie – tot hij de bal verspeelde of de bal over de doellijn kon lopen. Die Jaap dus, die wil ons – een elftal met een gemiddelde leeftijd van bijna 51, opnieuw leren voetballen. En we moeten 7 tegen 7 gaan voetballen, nog zo'n tip van de oude pingelmeester. We hoeven ons nog niet in te schrijven voor de wandelvoetbalcompetitie, een competitie waar zelfs Dirk Burgers  – inmiddels de 70 gepasseerd al weet je dat nooit want hij trakteert nooit voor zijn verjaardag – zich nog te goed voor voelt.

 

Ik heb in dit verslag niet iedereen genoemd, maar het was echt een pot waarop we kunnen voortborduren. Leuk om te zien voor het behoorlijk talrijk opgekomen publiek (een mannetje of tien) want de klasse die zo lang verborgen bleef dit seizoen was weer in volle glorie te aanschouwen. Laten we net doen of het seizoen volgende week begint. Geen idee hoe TOB het doet dit jaar, maar laten we gewoon drie punten pakken daar. Als dan na de winterstop Alfred misschien wel weer aansluit, kunnen er nog gekke dingen gebeuren. Met Alfred, Jan, Coen en Pieter als ijzersterke ruit op het middenveld, en Edje als slot op de deur achterin hebben we die eigenwijze Van der Voort helemaal niet nodig en mag hij zich beperken tot zijn deskundige analyse tijdens de derde helft. Geen idee hoe al die andere 15 spelers van onze zeer brede selectie nog een plekje kunnen vinden op het veld, maar dat zien we dan wel weer.

 

De Smore!