TOB vet 35 – Pancratius vet 35+    6-2

 

Tja, het was zo'n positieve afsluiting in het vorige verslag. We hadden immer goed partij gegeven aan de koploper. En dus zouden we bij TOB, dat maar een paar schamele puntjes meer had dan wij,  toch wel een resultaat kunnen boeken.Maar helaas het mocht niet zo zijn.

 

Voor de lezer die vorige week door de weinige witruimte het verslag moeilijk leesbaar vond (we hebben het over de gokverslaafde Stefan) zou dit meteen een mooi einde zijn van dit verslag. Uitslag erbij, hup klaar.

 

Dit waren twee witregels Stefan. Ben je  er nog? Want er komt gewoon nog een lulverhaal achteraan van 1897 woorden, want ik ben – zoals iedereen weet – wat langer van stof. Het leven draait niet om winnen of verliezen, zwart of rood, daar zitten heel veel nuances tussen, die allemaal (ik herhaal: ALLEMAAL) besproken moeten worden.

 

Ik ben deze keer wel snel achter de laptop gekropen, omdat ik bang ben dat ik alles anders zou verdringen.  Want het liefst zou ik deze wedstrijd zo snel mogelijk vergeten. Laten we dit verslag daarom een therapeutische sessie noemen. Ik schrijf het even van me af, jullie lezen het allemaal even van je af en we kunnen vannacht weer gewoon rustig slapen.

 

Afgelopen dinsdag hebben we wat wijze lessen van Jaap proberen over te nemen op de training. Met wisselend succes. En afgelopen zaterdag tegen TOB waren de meeste van die lessen ook al weer snel vergeten. Edwin deed het op zich prima op zijn vertrouwde plek achterin, maar kreeg toch aanzienlijk minder greep op de tegenstanders en zijn medeverdedigers dan vorige week. En onze voorhoede is toch een beetje  de achilleshiel van ons team. Veel goede wil, maar weinig vernuft, weinig balvastheid en weinig mannenvoetbal en een tekort schietende conditie om de opbouw vanuit de verdediging te verstoren. Ronnie maakte na een flinke verkoudheid van twee weken na 25 minuten met ademgebrek plaats voor Stefan die zonder enige vorm van warming-up als een kogel in een tegengesteld draaiende cylinder door de voorhoede draaide, maar helaas zijn tegenstander niet gek kon draaien. Ook ondergetekende wist zelden de bal langer dan ŽŽn seconde op de helft van de tegenstander te houden of was Ÿberhaupt niet aanspeelbaar voor de middenvelders. Die konden  de bal dus slecht kwijt of kregen hem heel snel terug. Thieu was wel superactief en sleurde vanuit de punt naar achteren waar hij was geposteerd door Paul met de bal aan zijn voet over het middenveld om met veel (ook verbaal) geweld gevaar te stichten bij het strafschopgebied.

Coentje had gelukkig wel zijn goede vorm van twee weken geleden meegenomen naar het sportcomplex net boven de Coentunnel (let op de erg leuke woordspeling!!!!!) en besloot zo nu en dan maar eens te penetreren in de vijandelijke linies. Na een kwartiertje kreeg hij de bal van achteruit strak aangespeeld door Coos. Met enig fortuin, maar zeker ook door het goed afschermen van de bal en knap kap- en draaiwerk, frummelde hij de bal langs enkele tegenstanders en begon aan een rush richting keeper die hij met een rustige schuiver kansloos liet.

 

Een onverwachte opsteker. TOB bleef echter – ook na de 0-1   de betere partij. Met een hard schot in de bovenhoek liet ŽŽn van de Tobbers (ja, ja, deze gaat ook door voor de WOORDSPELING VAN DE WEEK!!!!) Paul kansloos (1-1) Na een minuut of veertig ging een van de betere Tobbers een verbeten duel aan met Bartje die er alles aan deed om zijn man af te stoppen. Dat deed hij goed, maar hij had er uiteindelijk wel een lichte overtreding voor nodig. De toegekende vrije trap werd gelukkig nog overgeschoten, maar enkele minuten later hing Coentje iets te veel aan het shirt van een tegenstander waarna TOB opnieuw mocht aanleggen op een meter of 18. Deze keer verdween de bal wel in de hoek.

 

NB: de verslaggever laat weten dat hij vergeten is of het doelpunt uit de vrije trap nou uit die eerste of tweede vrije trap viel. Hier zal waarschijnlijk een onafhankelijke onderzoekscommissie op worden gezet die de beelden nog eens nauwgezet zal terugkijken.

 

Hoe dan ook, nog niks aan het handje nog, want wat is nou ŽŽn doelpunt verschil bij de rust? Hoe gek het ook klinkt voor degene die aan het begin van dit verslag de eindstand heeft gelezen, speelden we in de tweede helft zelfs iets beter. We waren iets rustiger aan de bal en hielden die vaak ook iets langer vast. Over 45 minuten kregen we ook wat meer kansen op een doelpunt. Maar dat is natuurlijk de positieve kijk op het verhaal, want een eindstand komt altijd tot stand door het verschil in tegendoelpunten en eigen doelpunten en als dat saldo meer dan nul is, zijn de punten voor de tegenstander.

 

Okay, even twee witregels, want hoewel er geen speld tussen te krijgen is en ik vanuit de voetbalhemel een schouderklopje krijg van de enige JC voor deze volstrekt logische redenatie, was het voor gewone stervelingen als wij zijn een hele ingewikkelde zin waarop ik mezelf bijna,maar niet helemaal, heb vastgeschreven.

 

(nog even een extra uitrustmomentje voor het laatste en beslissende deel van het verslag)

 

Op een moment dat er eigenlijk helemaal niks aan de hand was, twijfelde Paul met de bal aan de voet op de rand van het strafschopgebied iets te lang of hij de bal een flinke ros zou geven of rustig via de zijkanten uit zou verdedigen. Hij koos voor mogelijkheid 3 en dat was een tegenstander aanspelen die een meter of  twaalf recht voor hem stond en direct een vrij veld had om de 3-1 aan te tekenen. Paul had al een aantal knappe reddingen achter zijn naam en hield ook in de resterende tijd van de wedstrijd de bal nog een aantal keren knap uit zijn goal. Het uiteindelijke verlies kunnen we dus zeker niet op zijn conto schrijven, maar het was tien minuten na de rust wel een cruciaal moment, waarna de koppies toch gingen hangen. Een beetje lucky shot uit een corner van ŽŽn van de mindere Tobbers (zeg maar de Smore van TOB) verdween pardoes in de bovenhoek en pas na nog twee tegendoelpunten die ik heb verdrongen uit mijn geheugen kwamen ook wij weer een aantal keren kansrijk op de helft van TOB.

 

Coen (weer Coen) schoot van afstand net niet hard genoeg om de lange keeper te verrassen en de grootste kans was voor de Smore die na een snelle counter prima werd aangespeeld door Stefan. Op de rand van het strafschopgebied sloeg de twijfel toe en leek hij overmand door zenuwen om de trekker over te halen. Na de wedstrijd volgde een ongelooflijk lulverhaal uit het hoofd van de man die het op papier weliswaar  allemaal aardig weet te schetsen, maar op het groene gras ook wel weer eens een keer gewoon, zonder omhaal van woorden en zonder eerst uitgebreid uit te weiden (voor als Maurice de Hond dit verslag leest, ja Maurice, ÒuitweidenÓ wordt in deze context en in dit zinsverband geschreven met ÒeiÓ) over onbelangrijke bijzaken (en ja Maurice het is ÒcontextÓ en geen ÒcontekstÓ omdat seks ook met ÒksÓ wordt geschreven en niet met een ÒxÓ en waarom heb je het in Godsnaam ineens over seks?) de bal een lekkere streep zou kunnen geven. Nu volgde een Ÿberlullig rollertje – met excuus voor het Germanisme (en ja,Maurice het is excuus met ÒxcÓ) dat voor de keeper geen enkel probleem was.

 

(Het is weer de hoogste tijd voor twee witregels om iedereen weer bij de les te krijgen)

 

Stefan, ben je er ook nog, want ik ga je n—g en keer noemen, dus nog even volhouden!!!!

 

Een paar minuten later had the Smore iets minder lang de tijd nodig om een beslissing te nemen en stuurde hij de keihard werkende Stefan, die van links naar rechts en terug over het veld sleurde, weg op de rechtervleugel. De alles-of-niksvoorzet van onze casinoman kwam terecht op de rand van het strafschopgebied, recht voor het doel, en deze keer gelukkig bij Coen die beter raad weet met open kansen. Zijn lage schot in de hoek werd nog bijna gekeerd door de boomlange keeper, maar de grensrechter van de tegenstanders was gelukkig zo sportief te constateren dat de bal de doellijn was gepasseerd.

 

Met 2-6 en nog drie minuten op de klok was er opeens weer van alles mogelijk.... The Smore produceerde gelijk vanaf de aftrap vanaf de punt van het doelgebied een schot over diezelfde boomlange keeper. Terwijl iedereen al hoofdschuddend was omgedraaid om niet te hoeven zien hoe de zoveelste prutsbal van deze praatjesmaker (ik dacht, ik gooi er even een leuke alliteratie uit) een roemloos einde in de handen van de keeper zou vinden, bleek de lob toch beter dan menigeen dacht en werd de keeper gered door de lat. Helaas dus geen derde doelpunt. In de dying seconds van het duel viel dat derde doelpunt alsnog. Na een scrimmage voor het doel viel de bal uiteindelijk voor de voeten van Pieter die vanaf zeven meter hard inschoot. Het schot werd toch nog geblokt (prijsvraag: welke legendarische verslaggever zou in dit geval ÒgekraaktÓ hebben gezegd?) en de bal (Stefan noemt de bal na zijn avonturen in Las Vegas altijd ÒkogelÓ) viel voor de voeten van Stefan die vanachter zijn mannetje kroop en attent het laatste zetje gaf aan de bal. Nu was de grensrechter minder sportief. Die voelde een hete allerlaatste minuut aankomen en stak zijn vlag in de lucht voor buitenspel. De man in het zwart (en daarmee bedoel ik NIET zijn huidskleur Sylvana!!!!) honoreerde het vlagsignaal en zo was de kleur zwart voor Stefan voor de tweede keer deze week een ongelukskleur.

 

Na het laatste eindsignaal moesten tien spelers speler nummer elf- en dat was niet de in meerdere opzichten zeer onfortuinlijke Stefan, maar de Smore – in toom houden, want wat maakt het nou uit of je met 6-2 of met 6-3 verliest? Maar Smore had er echt de smoor in (dit is woordspeling drie die opgaat voor de weekprijs) en vloekte zijn frustratie van zich af. Er zijn kampioenschappen beslist op doelsaldo mannen!!!!

 

De nazit in de kantine was gezellig, maar het viel wel op dat het aantal mannenbroeders dat bleef hangen snel in aantal slonk. Misschien mede doordat The Smore nogmaals zijn wazige verhaal deed over de gemiste kans en ook nogmaals zijn beklag deed over zoveel onrecht dat de derde treffer was afgekeurd. Toen hij nog steeds briesend van woede en met het schuim op zijn mond zijn betoog kracht bijzette door heel luid te gaan praten, bleek É.. iedereen de kantine te hebben verlaten. Enkele Tobbers hebben hem ten slotte op de eerste bus gezet, wat gelukkig zijn eigen bus bleek te zijn en na 28 haltes schijnt hij deze zonder ongelukken naar de remise in Aalsmeer te hebben gereden, alwaar hij liefdevol is opgevangen door zijn vrouw en kinderen. 'Jij hebt (vooruit, nog een laatste woordspeling voor de weekprijs, al denk ik dat deze als vierde en slechtste gaat eindigen) genoeg gescoord, Paul ' zei Anja troostend, daarbij wijzendop de drie schitterende dochters aan de eettafel.

 

Jullie kunnen een briefkaart sturen (graag voldoende frankeren) met het goede antwoord op de prijsvraag, naar O. de Hoer, Aalsmeer, dan weet de postbode voldoende . Vermeld ook wat jij de beste woordspeling vond.

 

Anoniem (naam bekend bij de webbeheerder)