Pancratius veteranen
35+ 1 – Bloemendaal Veteranen 35+ 1: 5-2
Koelbloedig! Uitgenast! Leep! Dat zijn toch wel de eerste
woorden die in me opkomen om de overwinning tegen
Bloemendaal te beschrijven. Na een eerste helft waarin Bloemendaal het beste
van het spel had, maar wij via een uitgekiende, uitgespeelde counter via Aad op
1-0 kwamen en Bloemendaal tien minuten voor rust de verdiende gelijkmaker
achter Paul schoot in de korte hoek, brak de beste tweede helft sinds tijden
aan.
Noodgedwongen door de hoge opkomst moesten maar liefst zes
spelers naar de kant. Maar we hebben
dit jaar niet alleen een heel ruime selectie, maar – zo bleek- ook een
kwalitatief heel sterke selectie. Niets ten nadele van
de vele andere oudgedienden, blijkt onze nieuwe veteraan Onno (48) toch een
flinke versterking. Zijn niet aflatende inzet, zijn
enorme loopvermogen en ook zijn neusje voor de goal geven ons spel een nieuwe
dimensie. Het op de counter spelen (tegenwoordig plachten ze te zeggen : Òspelen op de omschakelingÓ), zoals we in feite al
jaren doen, wordt nu regelmatig beloond met een doeltreffende afronding. Dat zagen we ook al een paar keer in de bekerwedstrijden
voorafgaand aan deze competitie. Op aangeven van Wesley, die Onno heel
knap vrij zette voor de keeper, rondde Onno heel rustig af
voor de 2-1.
Wesley die inmiddels ook veertig jaar op de teller heeft,
lijkt nu ook over de ervaring te beschikken om de onmiskenbaar aanwezige
voetbalkwaliteiten die hij wekelijks op de training laat zien, om te zetten in
zuivere assists en doelpunten. Een paar minuten na
zijn puike assist op Onno werd hij zelf weggestuurd in de diepte door Kees.
Heel rustig hield hij de bal in een korte dribbel
richting strafschopgebied onder zich om vervolgens ook heel rustig de keeper
kansloos te laten.
Maar nu hebben we het over wat er goed ging in de aanval,
maar dan doe ik het middenveld te kort. The Smore
lijkt na een bijna een jaar kwakkelen met allerlei
ouderdomskwaaltjes eindelijk weer op het fysieke niveau dat hem in staat stelt
om in ieder geval zo hard mogelijk te werken voor de ploeg. Een stilstaande
lantaarnpaal staat alleen maar in de weg; nu gebruikt hij zijn energie slimmer om te dienen als tussenstation voor de begaafdere
medespelers in zijn buurt. Zoals de altijd zeer bescheiden superveteraan Jan
Smit die weer als vanouds buffelde op het middenveld
en een plaag was voor zijn tegenstanders. Jan loopt gewoon net zolang achter
zijn tegenstander aan tot ze de bal aan hem afgeven of een verkeerde pass geven
en als het niet lukt is hij professioneel genoeg om wat kleine tikkies uit te
delen. Net niet hard genoeg om tegen kaarten aan te
lopen, maar wel hard genoeg om zijn tegenstanders tot op het bot te ergeren en
ÒkaltÓte stellen.
Iemand die nog iets nadrukkelijker de randjes van het KNVB-regelboek
opzoekt is Thieu. Tot tweemaal toe haalde hij een tegenstander vlakbij ons eigen strafschopgebied onderuit en had hij geluk dat hij
niet tegen een gele kaart opliep. Bij de tweede keer was het vuile werk van
Thieu tevergeefs, omdat we daarna zo dom waren alleen maar bezig te zijn met
het goed neerzetten van de muur, terwijl de Bloemendaler met de beste
traptechniek de bal tijdens de bouwwerkzaamheden simpel in de bovenhoek krulde
voor de aansluittreffer (3-2).
Even vreesden we voor het scenario dat Bloemendaal alsnog
erop en erover zou gaan, maar met goed verdedigend werk voorkwamen we dat
Bloemendaal verder terugkwam in de wedstrijd. Een speler die ik daarbij zeker
even wil noemen is Daantje, die weer terug is na een
slepende blessure en als vanouds heerste in het hart van de defensie. Met zijn
hoofd en zijn lange stelten haalde hij veel ballen weg
en coachte hij zijn medespelers. Tevens had hij de rust om
van achteruit de middenvelders te voeden met bruikbare ballen. Ook ons manusje
van alles en Man of the Match van vorige week toen we 2-2 gelijkspeelden tegen
Overbos, was weer niet te beroerd om veel vuil werk op
te knappen. In de eerste helft als linksback en de
tweede helft als rechtsback voorkwam de jarige Steef veel onheil.
Ik heb overigens enige tijd geen verslagen meer geschreven omdat ik me had voorgenomen pas weer een
verslag te schrijven als Paul Sla een blunder zou begaan. Maar het duurt me te lang. Al maandenlang is Paul niet te betrappen op ook
maar ŽŽn klein foutje. Terwijl de jonkies Steef en Wes inmiddels hun ervaring
vertalen in steeds meer rendement, geldt voor manen
zoals Jan en Salad dat zij met het jaar beter gaan voetballen. En zo ontstaat
een ideale mix om te gaan voor die al vele jaren, fel
begeerde titel. Zeker als we kunnen bouwen op het
onverminderd hoge niveau dat Alfred elke week weer op de mat legt. In de tweede
helft was Al naar de kant gegaan voor zijn reguliere
wisselbeurt, maar Kees nam een naar zijn eigen zeggen legendarisch goede
beslissing om na een half uurtje plaats te maken voor onze sterspeler. Een daad
van opoffering die zich uitbetaalde. Op een meter of tien over de helft ontving
Alfred de bal. Goochem als
hij is, zag hij dat de keeper iets te ver voor zijn doel stond en haalde hij
zijn machtige rechterbeen naar achteren voor een magnifiek schot over de keeper
en onder de lat.
De 4-2 betekende dat Bloemendaal was geknakt. Met nog enkele
minuten op de klok werd Wesley nog een keer aan het werk gezet om een kers op de taart die we gezamenlijk inmiddels hadden
gebakken te leggen. Deze keer was het Dennis die de assist gaf. Het was Wesley
zoals we Wesley elke week willen zien. Doodkalm hield hij met de hem
kenmerkende gave techniek de bal onder zich en kapte
hij enkele Bloomingdalers uit om de bal ijskoud langs de keeper te schieten.
Het ziet er zo simpel uit, maar wat lekker dat we nu iemand in de voorhoede
hebben die deze schijnbaar simpele handelingen ook zo goed kan
uitvoeren.
Na afloop probeerde ik natuurlijk direct Wesley door te geven als Man of the Match, maar het was niet mogelijk op
hem te stemmen, zodat ik weer heel afgezaagd terecht kwam bij Alfred.
In de avond ben ik in slaap gevallen met een gelukzalige
glimlach om de lippen, toen ik net voor het slapen
gaan het appje van Thieu las: WE STAAN OP DE TWEEDE PLAATS!
The Smore